Je leert je hond best al op jonge leeftijd om (kort) alleen te zijn. Zodra je pup 11 weken oud is kan je hem er voorzichtig aan laten wennen. Ook als je een volwassen hond in huis haalt moet je eerst bekijken of hij wel alleen kan zijn. Een nieuwe omgeving brengt immers altijd stress met zich mee, dus ook een hond die in zijn vorige huis wel goed alleen thuis kon zijn, kan het daar opeens moeilijk mee krijgen.
In deze blog bespreken we de behandeling van volwassen honden met verlatingsangst. Ben je op zoek naar algemene informatie over verlatingsangst bij honden of wil je weten hoe je je pup alleen leert zijn? Klik dan op de bijhorende links.
Hoe werkt de behandeling tegen verlatingsangst?
Wacht. Niet zo snel. Geef je hond altijd eerst de tijd om te wennen aan zijn omgeving en vertrouwen te krijgen in zijn baasje(s). Hoe win je het vertrouwen van een hond met extreme verlatingsangst? Helaas is er maar één manier: door hem nooit, maar dan ook nooit, alleen te laten.
Weetje
Zorg dat je hond niet bang kán worden: als je hond panikeert als hij alleen is, zorg dan voor constant gezelschap.
Ja, we weten dat je ook een job hebt en af en toe boodschappen moet doen, maar een hond met verlatingsangst vraagt dezelfde zorg als een kind. Het gezegde ‘it takes a village to raise a child’, gaat ook op voor honden met verlatingsangst: je zal hulp moeten inschakelen.
Isolatieangst vs. verlatingsangst
Om te weten welke hulp je moet inschakelen, moet je eerst weten welke vorm van verlatingsangst je hond heeft. Er zijn er namelijk twee: honden met isolatieangst panikeren wanneer er geen mensen in de buurt zijn. Technisch gezien spreken we pas van verlatingsangst wanneer een hond niet zonder een bepaalde persoon kan.
Door een hond met verlatingsangst nooit alleen te laten, respecteer je zijn grenzen. Pas wanneer je hond erop vertrouwt dat je zijn grenzen respecteert, kan je hem voor korte tijd alleen laten zonder dat hij panikeert.
Als je hond isolatieangst heeft kan je vrienden, buren, familie of een dogsitter inschakelen om ‘op de kleine’ te passen. Leg hen wel duidelijk uit dat ze hem geen seconde alleen mogen laten.
Als je hond verlatingsangst heeft ben jij onvervangbaar voor hem of haar, en zal je dus zelf 24 uur op 24 bij je hond moeten blijven. Telewerken of je hond meenemen naar je werk kan dan een oplossing zijn.
3 dingen waarop je moet letten voordat je je hond alleen laat
Overloop deze checklist voordat je vertrekt. Ook al is het maar om te oefenen, want je hond kent het verschil niet.
- Mijn hond is rustig
Laat je hond nooit alleen als hij nerveus is of vol energie zit, maar maak hem eerst een beetje moe met een wandeling of spel. Zo kan hij zich makkelijker ontspannen als hij straks alleen is.
- Mijn hond heeft zijn behoefte gedaan
Net zoals bij mensen kan een volle blaas bij honden voor extra stress zorgen.
- Mijn hond heeft voldoende drinkwater
Vermijd dat je hond dorst heeft als je er niet bent.
Begin met een paar seconden
Het principe van de behandeling van honden met verlatingsangst is dat je steeds begint met een paar seconden en langzaam opbouwt. De bedoeling is dat je hond leert dat je altijd op tijd terugkomt en dat het niet nodig is om nerveus te worden.
Laat je hond nooit langer alleen dan hij aankan
Zorg ervoor dat je altijd terug bent voordat je hond nerveus wordt. Wordt je hond onverhoopt toch bang? Doe diezelfde dag dan nog een korte/makkelijke oefening die gegarandeerd wel lukt. Zo vermijd je dat je hond je afwezigheid gaat koppelen aan negatieve gevoelens.
Neem geen uitgebreid afscheid
Het is de bedoeling dat je hond jouw afwezigheid en alles wat daarbij hoort op termijn ervaart als een saaie, alledaagse gebeurtenis. Een vaste afscheidszin: ‘braaf zijn’ of ‘tot straks’, volstaat om je hond voor te bereiden op wat volgt: baasje gaat even weg, maar komt snel terug. Geen big deal dus.
Ga nooit stiekem weg
Ga nooit stiekem weg. Bijvoorbeeld als je hond slaapt, eet of in de tuin is. Daarmee kan je zijn vertrouwen zodanig beschadigen dat hij zelfs tijdens je aanwezigheid bang wordt dat je op ieder moment kan verdwijnen.
Trainingsschema voor volwassen honden met verlatingsangst
Door deze oefeningen op het tempo van je hond uit te voeren kunnen zelfs honden met zware verlatingsangst grote stappen voorwaarts zetten. Probeer het proces niet te overhaasten door je hond te snel te lang alleen te laten. Als dat gebeurt loop je immers het risico het prille vertrouwen van je hond te verliezen en weer helemaal opnieuw te moeten beginnen. Hoe trager je gaat, hoe duurzamer het resultaat.
Reeks 1: Leer je hond zijn plek in huis kennen
Honden die alleen op hun kamer kunnen blijven, leren makkelijker om alleen thuis te blijven. Zorg er daarom voor dat je hond thuis een eigen plek heeft. Bij voorkeur is dit een knus hoekje met een mand, een dekentje en een paar speeltjes. Het kan ook een bench zijn, maar laat de deur dan wel open. Zeker wanneer je je hond langere tijd alleen laat, kan de beperkte ruimte extra stress veroorzaken.
Reeks 2: Vergroot de afstand
Zodra je hond zijn plekje helemaal de max vindt, zet je een paar stappen achteruit. Als het goed is, kan je nu ook andere dingen doen in dezelfde kamer, zonder dat je hond je gaat volgen. Draai een rondje rond je eigen as of open een raam om dit te testen. Als je hond hier niet of nauwelijks op reageert kan je door naar de volgende oefening.
Als je hond je blijft volgen, blijf dan bij hem en doe iets wat hij ontzettend saai vindt, zoals computerwerk of de was opplooien.
Maak jezelf zo oninteressant dat het je hond te veel moeite kost om zich op jou te blijven concentreren.
Reeks 3: verlaat de kamer
Wanneer je merkt dat je hond helemaal ontspannen of druk in de weer is met zijn speeltjes, kan je de kamer kort verlaten. Begin met 5 seconden, dan 20 en dan een minuut. Ontspan je en laat voldoende tijd tussen de oefeningen, zodat je komen en gaan je hond niet alarmeert. Wanneer je hond amper opkijkt als je na 10 minuten terugkomt, is hij klaar voor de volgende oefenreeks.
Jut je hond niet op door hem bij terugkomst te belonen. De bedoeling is dat hij zich goed voelt in z’n eentje, niet dat hij de hele tijd op je zit te wachten.
Reeks 4: Pak je autosleutels
Honden met verlatingsangst worden al onrustig als ze nog maar denken dat je weggaat. Daarom moeten ze leren dat alle handelingen die verbonden zijn met je vertrek (sleutels pakken, schoenen aandoen, jas aandoen, …) normale dingen zijn. Door deze dingen voldoende te herhalen, zonder echt te vertrekken, gaat je hond deze handelingen niet meer koppelen aan je vertrek. Het resultaat is dat hij niet meer panikeert.
Desensibiliseer je hond aan alles wat met je vertrek te maken heeft
Reeks 5: Open de voordeur
Wanneer je effectief het huis verlaat geldt dezelfde regel als binnenshuis: maak de stapjes zo klein mogelijk. De eerste keer draai je enkel met de deurknop. In een volgende oefening doe je de voordeur open en dicht. Als dat allemaal zonder stress verloopt, kan je heel even buitenstappen. Gaat ook dat goed? Wacht volgende keer dan een paar tellen buiten voordat je weer binnenkomt. Bouw dit langzaam op.
Met een babyfoon of via een speciaal programmaatje waarmee je de webcam van je computer van op afstand kan beheren, kan je je hond in de gaten houden als je weg bent. Zo zorg je ervoor dat je altijd terug bent vóórdat je hond de eerste tekenen van stress vertoont.
Reeks 6: Start de motor (of spring op je fiets, nog beter ☺)
Zodra je hond gewend is aan de oefeningen met de voordeur, doe je hetzelfde met de autodeur. De eerste keer doe je het portier alleen open en dicht. Blijft je hond rustig? Oefening geslaagd! Volgende keer kan je eventueel eens in de autozetel gaan zitten, maar wissel ook regelmatig af met makkelijke oefeningen. De basiskennis, namelijk: ‘mijn baasje komt altijd op tijd terug’, moet er goed inzitten.
Loop je onderweg ergens tegenaan? Overschrijd dan nooit de grenzen van je hond, maar vraag een hondengedragstherapeut om raad. Heel vaak doen wij mensen dingen met de beste bedoelingen, maar geven we daarmee een verkeerd signaal aan onze hond. Een hondengedragstherapeut weet hoe een angstige hond denkt en kan onze ‘foute’ signalen identificeren. Een kleine veranderingen in jouw gedrag kan een grote verandering in dat van je hond teweegbrengen. Misschien is de oplossing wel eenvoudiger dan je dacht.